Docentensite Ioniserende Stralen Practicum

Stralingsveiligheid

Bij het Ioniserende Stralen Practicum werken de leerlingen met radioactieve bronnen en röntgentoestellen. Hoe wordt gezorgd voor voldoende stralingsveiligheid?

Stralingsdosis

ISP practicumRadioactieve bronnen en röntgentoestellen zenden straling uit, waardoor leerlingen tijdens het ISP een stralingsdosis oplopen. Zo’n stralingsdosis kan schadelijk zijn. Hoe groter de stralingsdosis is, des te groter de schade kan zijn.

De stralingsdosis wordt uitgedrukt in de eenheid sievert (Sv). Dit betreft de equivalente dosis. Tijdens het ISP ontvangen de leerlingen een extra stralingsdosis van 0,0004 mSv (millisievert) in een practicumsessie van twee uur. Deze stralingsdosis is klein vergeleken met de stralingsdosis van zo’n 2 mSv die iedereen in Nederland gemiddeld per jaar oploopt als gevolg van de natuurlijke achtergrondstraling uit het heelal, de bodem, de bouwmaterialen in onze omgeving, de lucht die we inademen, het water dat we drinken en het voedsel dat we eten. Het gaat hierbij overigens om een gemiddelde dosis: afhankelijk van de plaats in Nederland kan deze dosis tweemaal zo klein, maar ook tweemaal zo groot zijn.

De stralingsdosis bij het ISP is ook klein in vergelijking met een röntgenfoto van het gebit (0,001 mSv), bij een wintersportvakantie (0,03 mSv/week), of bij een vliegreis (0,005 mSv/h). De oorzaak van de extra stralingsdosis bij een wintersportvakantie of een vliegreis is de grotere hoogte, waar er minder atmosfeer is om de natuurlijke achtergrondstraling uit het heelal tegen te houden.

Vliegreis

De extra stralingsdosis die je oploopt bij het ISP is verwaarloosbaar klein ten opzichte van de extra stralingsdosis bij een wintersportvakantie of een vliegreis.

De stralingsdosis bij het ISP is vele malen lager dan de wettelijke stralingsnorm voor een inwoner van Nederland: maximaal 1 mSv per jaar extra, als gemiddelde over een periode van vijf jaar Dit is dus boven op de dosis als gevolg van natuurlijke achtergrondstraling en medische toepassingen.

Veiligheidsmaatregelen

De extra stralingsdosis bij het ISP is klein omdat er alleen gewerkt wordt met zwakke, afgeschermde radioactieve bronnen en röntgentoestellen. Bovendien gebruikt het ISP ingekapselde bronnen. Dat betekent dat het radioactieve materiaal is ingewalst in metaal of plastic, zodat het niet kan vrijkomen.

Een maat voor de ‘sterkte’ van een radioactieve bron is de activiteit, uitgedrukt in de eenheid becquerel (Bq). De radioactieve bronnen van het ISP hebben een activiteit van gemiddeld 100 kBq (kilobecquerel). Dat is zeer laag, vergeleken met bijvoorbeeld de activiteit van 1 miljoen kBq van in het ziekenhuis voor stralingstherapie gebruikte radioactieve bronnen.

Bij de start van het practicum krijgen de leerlingen van de practicumleider een instructie over veilig werken met de radioactieve bronnen en röntgentoestellen: zorgen voor voldoende afstand, zorgen voor voldoende afscherming, en beperken van de tijd dat de radioactieve bron of het röntgentoestel in gebruik is. Deze veiligheidsmaatregelen zijn terug te vinden op de werkbladen die de leerlingen bij het doen van de experimenten gebruiken. De practicumleider let daarnaast tijdens de uitvoering van het practicum goed op of iedereen zich ook aan die veiligheidsmaatregelen houdt.

De radioactieve bronnen en röntgentoestellen van het ISP voldoen aan de eisen van de Arbeidsinspectie, en worden regelmatig gecontroleerd op veiligheid.

Dankzij deze veiligheidsmaatregelen en de professionele begeleiding van de leerlingen door de practicumleiders verzorgt het ISP al bijna 50 jaar zonder problemen het stralingspracticum op een groot aantal scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland.

Achtergrondinformatie

Op deze website staat aanvullende informatie over stralingsbronnen, over de bijdrage die ze leveren aan de stralingsbelasting en over de effecten van ioniserende straling.