Zoals eerder beschreven, is het ISP uit te voeren in twee verschillende varianten: de gesloten variant, en de open variant. Hieronder vindt u de informatie over de gesloten variant. Op de pagina over de open variant is meer informatie over die variant te vinden.

Gesloten variant

Veel scholen kiezen voor de werkbladen waarin de leerlingen door de proeven geleid worden (gesloten variant). Deze variant neemt de leerlingen bij de hand bij het doen van de metingen en de verwerking van de stof en wordt al ruim 40 jaar aangeboden op de middelbare scholen.

Karakter – Leerlingen werken met een werkblad waarin ze gestructureerd een stappenplan volgen. Door het volgen van de stappen in het werkplan wordt de leerling door het experiment geloodst. Een dergelijke aanpak wordt soms ook een kookboek-aanpak genoemd.

Experimenten – Voor alle experimenten is een werkblad voor de gesloten versie aanwezig. De werkbladen van deze versie zijn voor docenten vooraf beschikbaar Omdat sommige scholen een cijfer aan het practicum verbinden, zijn de werkbladen afgeschermd met een wachtwoord. Het wachtwoord is verkrijgbaar bij de practicumdocenten van het ISP, maar u kunt ook een verzoek voor het wachtwoord sturen naar science.ISP@uu.nl Om de werkbladen zo goed mogelijk te beschermen, sturen wij het wachtwoord alleen op naar mailadressen waarop de aanvraag van het practicum is gedaan.

Opzet – In de gesloten variant voeren de leerlingen in een practicumsessie van zo’n twee (klok)uur drie experimenten uit. Een combinatie met een gedeeltelijke open versie is in deze lestijd ook mogelijk.

Voorbereiding – Leerlingen kunnen zich voorbereiden door het lezen van de experimenten op het leerlingen-gedeelte van de website, en het lezen van het informatieboekje. Hiervoor kunnen ze worden doorverwezen naar de pagina ‘Voorbereiden practicum‘.

Uitvoering / Afronding – De uitvoering van een gesloten experiment kost ongeveer zo’n 40 minuten. Wanneer de leerling goed in de stof zit kan in deze tijd het hele experiment verwerkt zijn. Wanneer dit na 40 minuten niet zo is, dan is het vaak mogelijk om tijdens een ander experiment de laatste stappen van de verwerking uit te werken. Ook kunnen leerlingen thuis of in een latere les de verwerking nog afmaken. Dit heeft echter niet onze voorkeur, omdat wij de leerlingen dan niet meer op weg kunnen helpen of bij kunnen sturen als de metingen niet goed zijn gegaan.